Als je mij vraagt: “wat is nou je favoriete vogel”, dan is de kans groot dat ik zeg ‘de kauw’, want dat is meestal zo. Soms heb ik even een andere favoriete vogel, zoals in de zomer als de gierzwaluwen in Nederland zijn en als een stelletje nozems op opgevoerde brommers door het luchtruim scheuren, maar uiteindelijk keer ik toch altijd terug bij de Kauw (Coloeus monedula)
Kauwen zijn supercool, want ze zijn heel slim, en dat schept natuurlijk een band. Het zijn opportunisten, want ze eten bijna alles wat ze kunnen vinden, en je ziet ze echt overal, in kleine clubjes, soms met zijn tweeën, en bijna nooit helemaal alleen. Als een kauw eenmaal een partner heeft gevonden, dan blijven ze bij elkaar.

Veel mensen hebben een hekel aan kauwen (en andere kraaiachtigen) omdat ze kleine vogeltjes eten. Maar ja, stel je eens voor dat al die jonge pimpelmeesjes het zouden overleven, dan zitten we binnen een jaar of twee met een enorme pimpelmeesplaag. Wil je ook niet.
Andere mensen hebben weer een hekel aan kauwtjes omdat ze vuilniszakken open scheuren om te kijken of er iets te eten in zit. Tegen die mensen zou ik willen zeggen; zorg gewoon dat je je afval netjes organiseert. En geef die strijders af en toe een walnoot of een stukje brood of zo.
Geef een reactie